Hoog contrast

Oppervlak

Oppervlak: voldoende effen, aaneengesloten en slipvrij, voorzien van geleiding

Oppervlak

Een goed beloopbaar oppervlak bepaalt in sterke mate het comfort van de voetganger. Het beperkt o.a. het struikelgevaar maar ook de rolweerstand (rolstoel, kinderwagen, rollator, koffer op wieltjes,…). Om uitschuivers te beperken is de verharding slipvrij. Voorzie bij gladde materialen een duurzame en afdoende antislipbehandeling. Draag zorg voor het onderhoud door bv. bladeren en sneeuw te verwijderen.

Het oppervlak is:

  • Vlak, eventuele oneffenheden bedragen max. 0,5 cm. 
  • Aaneengesloten: min. voegbreedte, bij roosters max. 2 cm (witte stok mag nergens blijven steken). 
  • Slipvrij, ook bij vochtige omstandigheden. 
  • Rolstoelvast: de rolstoel mag niet wegzakken of blijven steken. 
  • Stabiel: denk aan bruggen, vlonderpaden.

Geleiding

Voorzie in het oppervlak bij voorkeur een natuurlijke geleiding voor blinde en slechtziende personen (bv. tactiele goot, plein- of stoeprand). Dit kan worden aangevuld met kunstmatige geleiding.

  • Geleidelijnen bestaan uit tegels met ribbelprofiel die de richting van de looproute aangeven in de vorm van een lijnvormige strook van min. 60 cm breed. 
  • Waarschuwingsmarkeringen bestaan uit stroken van 60 cm breed in geschrankt noppenprofiel. Ter hoogte van oversteekplaatsen is de strook min. 1,8 m lang, maar bij voorkeur even breed als de zebra. Ook trappen worden voorzien van een waarschuwingsmarkering. Bijkomend worden de eerste en laatste trede voorzien van markering op de trapneus. 
  • Informatiemarkering bestaan uit tegels met een verend oppervlak (meestal rubbertegels). Ze worden toegepast voor het aangeven van een richtingverandering in een geleidelijn (60 x 60 cm), de opstapplaats bij haltes van het openbaar vervoer (90 x 90 cm) of de ingang van een openbaar gebouw (90 x 90 cm).