Hoog contrast

Drempels

Drempels voorkomen op de looproute en aan oversteekplaatsen

Hoogteverschillen

Niveauverschillen van meer dan 2 cm kunnen problemen veroorzaken. Je kunt er over vallen en ze vormen bv. rolstoelgebruikers, ouderen of ouders met een kinderwagen in veel gevallen een probleem. Daarom zijn de stoepranden ter hoogte van alle oversteekplaatsen consequent verlaagd:

  • Op een drempelloze looproute bedraagt het max. niveauverschil 2 cm, voorzien van een afgeschuinde rand onder 45°. 
  • Bij een niveauverschil tussen 2 cm en 18 cm wordt een hellend vlak voorzien. 
  • Bij een niveauverschil tussen 18 cm en 100 cm worden een hellend vlak en een trap voorzien.

Maximale hellingsgraad

De maximale hellingsgraad hangt af van het totale te overbruggen hoogteverschil:

  • Tot 10 cm: max. 10%. 
  • Tussen 10 cm en 25 cm: max. 8,3%. 
  • Tussen 25 cm en 50 cm: max. 6,25%. 
  • Meer dan 50 cm: max. 5%.

Hellende vlakken

Hellende vlakken voldoen aan volgende criteria:

  • De lengte is max. 10 m lang. 
  • Boven- en onderaan een hellingsbaan is een draaicirkel van min. 1,50 m. 
  • Een helling die bestaat uit een aaneenschakeling van hellende vlakken heeft tussen de verschillende delen een tussenbordes van min. 1,50 m lang.

Dwarshelling

Een te grote dwarshelling is voor iedereen hinderlijk omdat de neiging ontstaat om van het pad af te wijken.

  • Dwarshellingen bedragen max. 2%.